Recept (gebaseerd) uit het boek: Kookschool Patisserie
Voor het briochedeeg
- 20 g verse gist
- 400 g bloem
- 10 g zout
- 40 g suiker
- 250 g ei (circa 5 eieren)
- 200 g goede koude boter
- Verkruimel de gist in de kom van de keukenmachine.
- Voeg dan bloem, zout, suiker en eieren toe.
- Zet de machine aan met de deeghaak op ¼ van het vermogen.
- Laat draaien tot het deeg van de wand loskomt.
- Voeg de blokjes boter geleidelijk toe.
- Doe het deeg in een kom en dek af met een keukendoek of plasticfolie.
- Laat 2 uur rusten in de koelkast.
Afwerking
- 60 g bruine suiker
- 30 g slagroom (30% vet)
- 1 eierdooier
- 60 g boter (in blokjes)
- Neem 225 g van het deeg en sla het door (het deeg krachtig kneden om het koolzuurgas eruit te duwen).
- Bekleed een taartvorm met bakpapier.
- Druk het deeg met je handpalm plat zodat het heel de bodem bedekt.
- Laat het deeg rijzen in een oven van 35°C in ca. 2 uur.
- Verwarm de oven voor op 180°C.
- Prik het deeg in met een vork om de 3 centimeter.
- Bestrooi met de suiker.
- Klop de eierdooier door de room en giet over het deeg.
- Verdeel er de boter over.
- Bak de taart af in ca. 20 à 30 minuten.
- Laat afkoelen en haal uit de vorm.
Met de overschot van het deeg heb ik een briochebrood gebakken. Hoe begin je hieraan?
Vorm een broodje van het deeg. Neem een broodbakvorm en bekleed met bakpapier. Verwarm de oven op 35°C. Schik het deeg in de broodbakvorm. Laat rijzen in een oven van 35°C gedurende ca. 2 uur. Neem het deeg uit de oven. Bestrijk met eigeel en bestrooi met decoratiesuiker. Bak af in een oven van 180°C in ca. 30 minuten. Laat afkoelen en neem uit de vorm.