- 6 grote sint-jacobsvruchten zonder koraal
- 250 ml water
- 1/2 bouillonblokje (vis)
- 100 ml room
- 50 ml droge witte wijn
- 100 g parijse champignons
- 30 g bloem
- 30 g goede boter
- 1/2 kleine ajuin
- 4 schelpen of vuurvaste schaaltjes
- gemalen kaas
- peterselie
- Maak een roux met de bloem.
- Breng het water met bouillonblokje aan de kook.
- Pocheer(*) de sint-jacobsvruchten 1 minuut in de visbouillon.
- Voeg nu de room en witte wijn bij de visbouillon en kruid met witte peper.
- Bind de saus met de roux, maar niet te dik. Je zal denkelijk niet al de roux nodig hebben.
- Versnipper de halve ui.
- Spoel de champignons onder koud stromend water en snij in plakjes.
- Bak de ajuin en champignons even aan in een klontje boter.
- Snijd de gepocheerde sint-jacobsvruchten in 4.
- Vul de schelpen met de champignons en ajuin.
- Schik daar de sint-jacobsvruchten op.
- Giet er wat van de saus over.
- Bestrooi met de gemalen kaas.
- Gratineer de schelpen enkele minuten onder de grill.
- Strooi er wat gehakte peterselie over.
Serveer met brood !
Tip!
Maak een beetje aardappelpuree.
Spuit wat van de puree in het midden van het bord.
Druk de schelpen erop.
Op die manier blijven ze mooi staan.
*juist tegen het kookpunt aan.