De zoon vraagt al weken of hij nog eens zelf koekjes mag bakken. Het idee van een keuken die overhoop staat, afwas in de gootsteen en een vuile vloer maken dat ik hem steeds verwijs naar de paasvakantie.
“Ja, jongen, in de paasvakantie mag je nog eens koekjes bakken”. Gisteren was de paasvakantie nog maar net begonnen of de zoon herinnert me nog eens fijntjes aan mijn belofte.
Zo gezegd, zo gedaan! Mijn voorwaarden zijn: zonder hulp van mama of papa bakken, een keukenschort aandoen en de keuken spik en span achter laten. Het recept mag hij zelf kiezen.
Jan Hagel wordt het uit ‘Het Nederlands Bakboek’ – blz. 166. Jan Hagel is een 17-eeuwse uitdrukking voor Jan-met-de-pet. Waarom deze luxe koekjes zo heten, blijft een raadsel. De suikerbolletjes zouden kunnen verwijzen naar de naam van het koekje maar dat is helemaal niet zeker. Op de zoon zijn Jan Hagel ontbreken de suikerbolletjes wegens niet in huis. De koekjes zijn uitstekend gemaakt! Hij heeft dat fantastisch gedaan én de keuken was opgeruimd!
