- 1 kg everzwijnragout
Voor de marinade:
- 2 blikjes Rodenbach bier (66 cl)
- 2 wortelen (geschild en in grove stukken gesneden)
- 1 ajuin
- stukje prei en selder (gekuist en in grove stukken gesneden)
- blaadje laurier
- snuifje tijm
- 2 teentjes look (gepeld)
- 2 kruidnagels
- 6 jeneverbessen (gekneusd)
- wat peterseliestengels
- peper van de molen
Doe alles in een grote kom, meng het vlees er onder en laat een nacht in de koelkast marineren.
- 1 ajuin gekuist (in stukjes)
- 75 g gerookt spek
- 150 g kastanje-champignons
- 5 koffielepels veenbessen “compot”
- 1 koffielepel gehakte peterselie
- goede boter
- 40 g roux
- peper en zout
- Giet het gemarineerde vlees in een vergiet maar houd het marinadevocht bij.
- Droog het vlees en kruid met peper en zout.
- Kleur het vlees mooi bruin aan in een klontje boter.
- Doe het nadien in een kookpot.
- Doe terug een klontje boter in de zelfde pan en stoof de ajuin aan.
- Giet er het marinadevocht bij en maak de braadresten los.
- Giet alles bij het vlees en zet indien nodig juist onder met water.
- Laat ca. 1 uur en 30 minuten onder deksel zachtjes pruttelen.
- Kuis ondertussen de champignons en snijd in 4.
- Bak de champignons en het spek aan.
- Voeg er de peterselie bij.
- Doe het vlees in een vergiet, maar houd het kookvocht bij.
- Doe de veenbessen-compot bij het kookvocht, kruid met peper en zout, bind met de roux tot sausdikte.
- Voeg het vlees en de champignons met het spek bij de saus.