3 à 4 personen:
- gemengde salade
- 125 g garnalen
- 2 aardappelen (type Nicola)
- 3 eieren
- 1 citroen
- 1 appel
- 1 lente-uitje
- 100 g postelkaas in blokjes (of een andere abdijkaas)
- 1/2 koffielepel sesamolie
- 2 eetlepels zure room
- 2 eetlepels mayonaise
- 1 eetlepel witte wijnazijn
- 1 eetlepel mosterd
- 1 eetlepel honing
- 2 eetlepels water
- olijfolie
- peper en zout
- Kook de eieren 10 minuten, giet ze af en verfris onmiddellijk onder koud stromend water.
- Als ze afgekoeld zijn pel je ze.
- Was de salade en snijd in kleinere stukken.
- Was het witloof en verwijder de harde kern. Snijd het witloof in stukjes.
- Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd in blokjes.
- Pers het sap van een halve citroen in een kom en meng er de appelblokjes en het witloof door. Zo voorkom je verkleuren.
- Schil de aardappelen en snijd in blokjes.
- Kook de aardappelen juist gaar en giet ze af.
- Bak de aardappelblokjes goudbruin in een scheutje olijfolie en kruid met peper en zout.
- Laat ze afkoelen.
- Versnipper het lente-uitje.
- Meng voor de dressing: mayonaise, witte wijnazijn, mosterd, sesamolie, honing en water.
- Breng op smaak met peper en zout.
- Doe de salade en het witloof in een grote kom en meng er voorzichtig de appel, aardappelblokjes, garnalen en lente-ui onder.
- Giet er de dressing over.
- Garneer met de eipartjes en kaasblokjes.